De eerste Slag bij de Marne vond plaats van 5 tot 12 september 1914.
Het was een gewelddadig gevecht en er werden zware verliezen geleden, zowel aan de Duitse als aan de Franse zijde.
Op 6 september begon generaal Joffre met een tegenaanval en uiteindelijk wonnen de geallieerden de slag.
Na het winnen van de slag, noemde generaal Joffre deze slag de ‘Eerste Slag bij de Marne’.
Tijdens de eerste « Slag bij de Marne » lukte het de geallieerden om een nederlaag te voorkomen. Maar het conflict liep vervolgens vast in de loopgraven, voor bijna vier jaar.
In 1918 begon de Duitse opperbevelhebber met een serie aanvallen omdat zij in de meerderheid waren. De Franse troepen werden overweldigd en trokken zich terug.
Dormans hield stand in de aanvalslinie van de Duitsers en uiteindelijk werden de Duitse soldaten gedwongen om hun veroverde gebied bij de Marne weer te
verlaten.
Op 20 juli werd Dormans heroverd door de Franse troepen, het hele dorp lag in puin.
Deze slag zou de geschiedenis ingaan als de « Tweede Slag bij de Marne ».